Keer terug naar de blog

De bonuskaart (oktober 2016)

De laatste tijd is er op TV opvallend veel aandacht voor privacyaspecten, met nog eens extra aandacht tijdens de privacyweken van de NPO. Heb je de veelbesproken quiz “de Privacytest” of een wekelijkse spelshow “Hunted” - waar deelnemers zich moeten proberen te verstoppen in anonimiteit - gezien? De nieuwe (uitgebreidere) aftapwet is net naar de tweede kamer. Moeten we ons echt zorgen maken? 

Privacyzorgen

Privacyzorgen lijken vooral gerelateerd aan social media, die zeer veel van je weten en aan de vele Apps op je smartphone die toegang hebben tot veel meer informatie dan noodzakelijk is (van je agenda, berichten, contacten tot al je foto’s). Google, Facebook, Apple en Microsoft verzamelen extreem veel data om een zo compleet mogelijk profiel van je te hebben. Maar elk apparaat wat met internet verbonden is, van een barbiepop waar je tegen kunt praten tot en met de thermostaat van je woning geeft informatie door aan de fabrikant. Hiervoor geef je zelfs toestemming door de kleine lettertjes die je wegklikt (of leest). Informatie wordt gebruikt om de “productervaring te verbeteren” of je “gerichte reclame te geven”. De meesten zullen data verzamelen voor dit doel geen probleem vinden. 

Albert Hein

Privacyzorgen zijn niet nieuw. In 1998 introduceerde Albert Hein de bonuskaart. Een gratis kaart geregistreerd op naam en adres van de klant, bedoeld om extra korting te krijgen op wekelijkse aanbiedingen. Niet snel daarna meldden zich de eerste tegenstanders die bang waren voor hun privacy. Albert Hein kan met de bonuskaart exact zien wie welke producten in de winkel koopt. De aankoophistorie gecombineerd met woonadressen geeft een diep inzicht in iemands leven. De winkel kan afleiden of er vegetariërs in huis wonen, hoeveel personen er in een huis wonen, wat de gezinssamenstelling is, of je veel geld te besteden hebt of dat je altijd op de kleintjes let. Koop je veel paracetamol? Hoeveel wijn drink je? Koop je tijdelijk veel Pampers en babyvoeding? Leef je wel gezond (vers versus diepvriesvoedsel)? Heb je een huisdier? Hoeveel voedingssupplementen schaf je aan? Enzovoort. Los van een incident enkele jaren geleden toen je door bonuskaartnummers te gokken op de website toegang kreeg tot de aankoopgeschiedenis van andere klanten, is er weinig spannends gebeurd. We vertrouwen Albert Hein en alle andere ketens met spaarkaarten volledig. En we zijn van mening dat jarenlange aankoopgegevens niet privacygevoelig zijn. We hebben het er niet meer over.  

Onze data ligt overal

Elke winkel en webwinkel logt persoonlijke informatie en aankoopgegevens van de klant. Als dit lekt, ervaar je dit dan als vervelend? Zo ja, dan is de betreffende aankoopgeschiedenis privacygevoelig. Vliegtuigmaatschappijen houden ook een profiel bij van de reiziger, dit helpt bij het bestrijden van terrorisme. Is je reishistorie privacygevoelig? En wat houdt de NS van je bij, en de OV Chipcard, de bibliotheek, de hockeyclub, de overheidsdiensten inclusief de belastingdienst, de ziekenhuizen en andere zorginstellingen? Je bank weet ontzettend veel van je: wat je verdient, waar je werkt, waar je allemaal koopt, je eventuele hypotheek, je overheidsvergoedingen, wat je aan belasting betaalt, wat je spaart, waar je op vakantie gaat, en nog veel meer. Grote providers, deels in handen van de Amerikaanse bedrijven, weten en loggen eveneens zeer veel van je. Je mails, websites die je bezoekt en nog veel meer is gemakkelijk te herleiden naar je woon- of werkadres en naar je smartphone. Als de overheid communicatie aftapt, wat wettelijk mag, hebben ze ook inzage tot persoonlijke informatie. We hebben weinig keuze dan al deze bedrijven en instanties te vertrouwen. Potentieel privacygevoelige informatie ligt overal!

Lekken

Wat precies privacygevoelig is, varieert van persoon tot persoon en situatie tot situatie. Maar mensen veranderen en situaties veranderen. Informatie die vandaag geen probleem is, kan volgend jaar privacygevoelig zijn. Zelfs als je niets te verbergen hebt, wat gelukkig geldt voor de meeste Nederlanders, kan het toch vervelend zijn als informatie van de ene bron gekoppeld wordt aan de andere bron. We weten nooit zeker of een fabrikant andere bedoelingen heeft en of een aanbieder van een App betrouwbaar is. Een betrouwbaar bedrijf kan na overname plotseling een ander minder strak beleid gaan voeren. En wat gebeurt er met data als het bedrijf wat dit heeft verzameld, failliet gaat? Wordt de data met de inboedel mee verkocht voor de curator? Informatie wordt misschien bewust doorverkocht of lekt per ongeluk. Volgens de wet Meldplicht Datalekken die 1 januari 2016 is ingegaan, moeten alle bedrijven en overheidsinstanties datalekken melden. Doen ze dat niet, dan kunnen ze enorme boetes krijgen. Maar het lek is dan al gebeurd.

Anoniem

Natuurlijk helpt het als je wat meer de anonimiteit in gaat. Albert Hein heeft destijds de mogelijkheid geïntroduceerd voor anonieme kaarten. De aankoophistorie bestaat nog steeds, maar is niet gemakkelijk meer te herleiden naar je adres. Zoek dus op Internet met DuckDuckGo en niet met Google. Beter nog, zoek niet thuis of op het werk maar in de bibliotheek. Gebruik anonieme GMail-mailadressen in de cloud en niet je providermailadressen. Werk met Linux en niet met Windows of Mac OS. Gebruik open source applicaties en geen closed source applicaties. Betaal niet met pin, maar meer met cash geld. Bel alleen vanaf publieke telefooncellen (zijn die er nog?), met telefoons van anderen of prepaidkaartjes. Gebruik geen apps, geen social media, stuur geen berichten en appjes. Maar heb je dan nog een online leven? Risicospreiding helpt eveneens. Neem thuis twee providers, bel met drie verschillende 06-nummers, gebruik twee banken en twee pinpasjes, verdeel ook je geld over meerdere banken. Maak in elke webshop meerdere accounts, maak twee Facebookprofielen enzovoort. Maar heb je dan nog een online leven? 

Tot slot

Om terug te komen op de eerste vraag: moeten we ons echt zorgen maken? Ja, we moeten ons wel een beetje zorgen maken. Ben je bewust van privacyaspecten bij alles wat je doet. Vul geen gegevens in die je niet wilt delen, laat geen vervelende berichten achter in reviews, controleer regelmatig de privacyinstellingen van pc, smartphone en tablet en van de apps die je gebruikt, lees de kleine lettertjes van alle diensten en apps en gebruik deze alleen als je het ermee eens bent. En kies geen simpele wachtwoorden en veel verschillende wachtwoorden. Maar houd je online leven in stand, want dat is niet meer te missen. En vergeet niet dat al die data die bewaard wordt, je online en je offline leven ook veel gemakkelijker maakt. Elk nadeel heb z’n voordeel.

Het verborgen geld (2013)

Gratis software, we kennen het al tientallen jaren als freeware op Windows en open source op Windows en met name Linux. Waar open source belangeloos wordt ontwikkeld, is dat bij freeware vaak niet. Veel freeware bevat namelijk reclame. Soms wordt software die begint als freeware snel omgedoopt tot shareware en de ontwikkelaar vraagt om een vrijwillige bijdrage. Met freeware en shareware (en open source) software valt het grote geld niet te verdienen, dus goede producten eindigen uiteindelijk als commerciële software. Als er al een gratis versie in stand wordt gehouden, is de functionaliteit dusdanig uitgekleed dat u eigenlijk wel moet kopen om er een bruikbare tool van te maken. Het is eigenlijk wel begrijpelijk, niets is voor niets in het leven. Zo bevat de gratis versie van de AVG antivirussoftware aanmerkelijk minder functionaliteit dat de commerciële versies. Nu heeft zelfs SpyBot de stap naar de commercie gemaakt. De freeware versie is eigenlijk niet eens meer de moeite van het installeren waard en lokt je steeds naar de betaalversies. Nu kost de versie voor thuis slechts 9.95, maar het is altijd nog duurder dan de meeste Apps op je iPhone. De zakelijk versie is nog een stuk duurder.

Freemium

Nee, de moderne game-ontwikkelaars op de mobiele apparaten doen dat veel slimmer. Die maken gebruik van het freemium softwaremodel. Hierbij is het spel helemaal gratis en compleet. Er wordt echter een frustratieniveau ingebouwd, waar u steeds mee wordt geconfronteerd: als u een level niet door komt, moet u een half uur wachten, soms een dag wachten, behalve als u een klein bedrag betaalt. Ook mag u tegen betaling van een klein bedrag extra hulpjes kopen (bijvoorbeeld boosts) of virtuele goederen die het spel soepeler doen verlopen of die u helpen gemakkelijker een level door te komen. Het gratis populaire spel Candy Crush Saga blijkt op deze wijze volgens bronnen dagelijks $850.000 binnen te halen, dankzij de vele miljoenen gebruikers. Gebruikers is hier de juiste term, want de betalende Candy Crusher’s zijn te vergelijken met verslaafden. App ontwikkelaars proberende de juiste drug te ontwikkelen, verspreiden deze massaal en gratis, en als men eenmaal verslaafd is, zal er betaald moeten worden. Dat lukt bij Candy Crush, bij Hay Day, Angry Birds, Clash of Clans, Mincraft, Smurfs’ Village en vele andere games.

AppStores en in-App kopen

Wat bijdraagt aan dit succes is de AppStore. Waar je om traditionele software te kopen nog een bedrag moet overboeken, een licentiesleutel krijgt en die moet installeren, is dat bij deze Apps niet het geval. Met prepaid kaartjes of een eenmalig ingevoerde credit card, is betalen simpel en je betaling meteen actief (dankzij de in-App aankoop).

Ligt daar ook de kracht voor het toekomstige bedrijfsmodel voor zakelijk software? Maak alle applicaties helemaal gratis, toegankelijk via een AppStore of via de cloud. Bouw frustraties in, waardoor gebruikers snel willen kopen en hou de prijs per frustratie laag. Bingo, het geld stroomt binnen. Stel u voor, Microsoft Word, gratis voor iedereen en alle functies beschikbaar. Maar u mag één afdruk per dag maken en eenmaal een spellingscontrole uitvoeren. Meer afdrukken: elke extra afdruk kost 19 cent. Vaker de spelling checken: elke spellingscontrole kost 19 cent. Spellingscontrole doet het in een tempo van 1 woord per seconde. Moet het sneller, koop een turbo boost van 99 cent. Wilt u niet betalen, dan kunt u morgen opnieuw gratis printen en de spelling controleren. Dit is betalen naar gebruik: software as a service maar met een verdienmodel wat niet gebaseerd is op een huurbedrag per maand en functionaliteit bijvoorbeeld gebaseerd op een standard, professional en premium editie.

Freemium als toekomst

Organisaties kunnen met het freemium moeilijk omgaan, omdat de kosten van een applicatie niet te budgetteren zijn. Toch is het een succesvol model in de game-industrie, dus we moeten niet opkijken als het dat voor zakelijke software ook staat te gebeuren. Nu zelfs Windows een AppStore bezit voor de nieuwe Apps, is het een kwestie van tijd voor een ontwikkelaar dit model gaat uittesten want de technologie ervoor is gereed.

Meedoen met de massa (2013)

Vastelaovundj, zo noemen wij carnaval in Weert (Limburg). En met carnaval ga je verkleed. Dit jaar viel me voor het eerst iets op: gaming wordt onderdeel van carnaval. Waar slaat dat nou op, zult u zich afvragen? Nou, in de vele reclameblaadjes die we hier in de brievenbus ontvingen, kon je kiezen uit een heel scala aan carnavalskleding waarmee u zichzelf en uw kinderen kon omtoveren tot game-personages! In 2013 raakte vastelaovundj in de ban van computergames. Er waren pakjes te koop die u omtoverden tot Mario, Luigi, Pikachu, Sonic, Yoshi en zelfs tot Angry Bird. Het is te gek voor woorden, maar cowboy, indiaan, ridder, musketeer en prinses waren helemaal 2012.

Het blijft vreemd om te zien hoe kinderen zich laten beïnvloeden door games en hoe belangrijk het is geworden in het dagelijks leven, niet alleen gedurende de drie dolle dagen. In de auto wordt er niet gepraat over school en de juf of meester, maar over het level wat gehaald is met Lego Star Wars op de Wii. Sommige kinderen sparen alle merchandising van Angry Birds. Veel ouders kopen min of meer verplicht tientallen Skylander-poppetjes van 7 tot wel 14 euro per stuk. Er zijn vriendjes die liever niet afspreken als er geen game console in het gezin van het vriendje is.

Nog erger, er zijn scholen waar kinderen gepest worden die thuis geen game console hebben. Games doet bij lagere school kinderen wat Facebook bij een miljard volwassenen doet. U praat erover op feestjes en maakt het onderdeel van uw leven. U maakt er vrienden mee maar kunt ze ook weer ontvrienden als dat nodig is. U wordt erop aangekeken als u niet mee doet en u wordt er op aangekeken als u rare uitlatingen doet. U speelt spellen op Facebook en geeft er Likes voor, die anderen zien, ook weer Liken of waar ze zich stiekem aan ergeren. Facebook is net als gaming voor kinderen: het gaat blijkbaar om meedoen met de massa en erbij te horen.

Verslaafden? (2012)

Elke fabrikant van goederen of diensten wil graag tevreden klanten. Een tevreden klant komt immers terug voor een volgende aankoop en vertelt zijn tevredenheid aan anderen, wat weer zorgt voor nieuwe klanten. De truc om dit te doen, is te zorgen voor een manier de klanten aan je bedrijf te binden. De aloude spaarkaarten, stempelkaarten, winkelpasjes en dergelijk, zorgen dat je – misschien zelfs als je niet tevreden bent – terug gaat naar de betreffende winkel. Het is slim om ook de kinderen daarbij te betrekken: voetbalplaatjes en webbies helpen daar goed bij. Jaren geleden werden ouders al naar winkels gesleurd om chips te kopen met flippo’s erin. Je hebt er allemaal niets aan, maar het werkt wel. Eigenlijk creëren al die bedrijven lichtelijke verslaafden. Nu is deze klantenbinding natuurlijk slimme marketing.

Nog doordachter is als bedrijven wat zwaardere verslaafden de wereld in helpt, door producten goedkoop weg te doen en vervolgens heel veel geld vragen voor de supplies: dat werkt erg goed bij koffie (Senseo pads, Nespresso cups) waar je ook lichamelijk aan verslaafd kunt raken.

In de ICT kennen we misschien nog wel meer echte verslaafden. En dan heb ik het niet over de dure inktcartridges die je voor inkjetprinter verplicht bent te kopen. Elke fanboy gedraagt zich als een verslaafde: de Android smartphone is heilig, zeg geen kwaad woord over mijn iPad, Gmail is veel beter dan Outlook en Windows kan niet tippen aan Linux. Puur fanboygedrag alleen maakt iemand nog geen verslaafde, wel als iemand afkickverschijnselen vertoond als hij even zijn wonderapparaatje niet kan gebruiken.

Met de software daarop is het nog erger: er zijn spelletjesverslaafden, e-mailverslaafden, SMS-verslaafden, MSN-verslaafden, browserverslaafden (internetverslaafden), Twitter-verslaafden, Whatsup-verslaafden en niet vergeten Facebook-verslaafden. We blijven het doen, lang en veel, op de fiets, in de auto, in de trein, op school, tijdens het winkelen, tijdens het werk, bij de TV, op de WC, tijdens het eten en soms zelfs tijdens seks. We zijn allemaal verworden tot “gebruikers”.  Wat voor “gebruiker” ben jij? Ben jij ook een informatieverslaafde?

Big Data, de nieuwe trend (2012)

Helemaal nieuw is de term niet, maar sinds het begin van dit jaar komen we Big Data wel steeds vaker tegen. Big Data is een containerbegrip, door alle fabrikanten anders uitgelegd. Het is teven een pakkende marketingterm. We spreken van Big Data als het niet meer mogelijk is uw gegevensverzamelingen met gangbare hardware of software op te slaan, te raadplegen en te gebruiken, te verwerken, te analyseren en (grafisch) weer te geven.

De eerste zoekmachines (Google, Yahoo, AltaVista) waren de eersten die met Big Data te maken kregen. We webcrawlers verzamelden immers voorturend extreem veel data in de vorm van zoekresultaten.  Facebook heeft onlangs laten weten meer dan 100 petabytes aan gebruikersdata op de hebben geslagen, waarvan één petabyte foto’s is (10 miljard foto’s). Elk half uur wordt er door Facebook 105 terabyte aan data gescand. En de Big Data-uitdaging wordt groter en de explosie van data omvangrijker. Triljoenen bytes aan gegevens over klanten, toeleveranciers, producten, transacties en click-streams, profielen, berichten, locatiegegevens, likes, user-generated content, streaming HD video, audio en foto’s. Triljoenen bytes afkomstig van sensoren, RFID-chips, NFC-communicatie in smartphones, auto’s, winkels. Deze data moet worden verstuurd, ontvangen, geanalyseerd, gerelateerd en bewaard. En het liefst real-time moeten er resultaten uit tevoorschijn getoverd worden.  Door slimme en snelle data-analyse is het mogelijk de uitslag van bijvoorbeeld verkiezingen beter te voorspellen aan de hand van social media dan aan de hand van statistische onderzoeken. Het proces van het ontginnen van data tot informatie wordt ook wel Datamining genoemd.

De verschillende aspecten van Big Data worden vaak samengevat onder de drie V’s: volume, velocity en variety. Bij volume gaat het om miljoenen of zelfs miljarden compacte of omvangrijke gegevens. Hoe meer data, des te beter of nauwkeuring het wordt om voorspellingen te doen en trends te bepalen. Bij velocity gaat het om de snelheid waarmee data wordt  gegenereerd en geanaliseerd. Bij Variety binnen Big Data gaat het niet om items van een enkel datatype, zoals creditcard gegevens of -emailadressen. Het gaat om een grote diversiteit van redelijk lostaande data van allerlei datatypen die gecombineerd moeten worden. Om te voldoen aan de eisen die de drie V’s voor Big Data stellen, is een zware ICT-infrastructuur nodig. Hierbij spelen opslagsystemen (Big Data Storage), processorcapaceit (Big Data server) en netwerkcapaciteit (Big Data Networks) een rol. En dat is nu precies een enorme groeimarkt. Storage fabrikanten, database fabrikanten, serverfabrikanten (ook van supercomputers) en netwerkfabrikanten en bouwers van netwerkversnellers springen in de markt. Een populaire Open Source oplossing die data geditribueerd opslaat en verwerkt is Hadoop. Hadoop wordt bijvoorbeeld door Google en Facebook gebruikt.

Big Data is hot, en dat is alleen al te zien aan de conferenties die dit najaar worden gehouden over dit onderwerp. Net gemist hebt u de Big Data conference voor de overheid (http://www.bigdataconference.net/) op 18 september. De Strata conferentie over Big Data is in Londen, Ney York, San Franciso (alle in october) en Santa Clara (februari 2013) (http://strataconf.com/). 7 november kunt u naar Londen, naar het Big Data World Congress (http://www.bigdatacongress.com/). Dezelfde dag en dichter bij huis kunt u deelnemen in Ede aan het Big Data congres gericht op de zorg: “Big Data! - De weg naar kostenreductie en verhoging van zorgkwaliteit” (http://www.reedbusinessevents.nl/Event-detail-pagina/1014/319146/Big-Data!-De-weg-naar-kostenreductie-en-verhoging-van-zorgkwaliteit.html). Op 11 december kunt u naar het Big Data congres dat meer gericht is op de infrastructuur van servers, netwerk en opslag in Amsterdam (http://www.ddhs.nl). Misschien wordt het tijd dat we ons als IT’ers eens in het thema gaan verdiepen, want organisaties die goed met Big Data omgaan, hebben een concurrentievoordeel. Data wordt ook wel de oliebron van de toekomst genoemd.