Wie heeft in huis al zijn koelkast en magnetron aangesloten op het Internet? Halen alle klokken en horloges in huis al de tijd op via internet? Worden alle lampen in huis en bediend via internet en gaan de gordijnen ‘s avonds vanzelf dicht?
De cloud hype laten we achter ons en over Big Data en social weten we onderhand wel een en ander. Maar de jongste hype is het Internet of Things (IoT). O.k., er wordt al enkele jaren over gepraat en geschreven, maar we zitten nog steeds in de beginfase. Thuis zijn de meesten nog terughoudend. Het is allemaal complex en niet goedkoop. Toepassingen om je huis smart te maken, komen mondjesmaat binnen, vaak via een energie- of internetprovider. Klik-aan-klik-uit heeft een gateway om lampen te bedienen via de cloud en met de Philips Hue lampen en gateway programmeer je alle lampen inclusief kleurschema’s. Het zijn echter allemaal op zichzelf staande oplossingen, met eigen Apps en een eigen cloud. Uiteindelijk is dat niet wat je wilt: lampen, audio en video, huishoudelijke apparaten, alarm, verwarming en meer groepen devices die allemaal apart communiceren via gateways en modems met cloud apps. Dit is goed voor de IT-branche, want elk woonhuis heeft dan een netwerkbeheerder nodig, maar het is zeer onpraktisch. Standaarden zijn noodzakelijk.
Industrie
Typerend aan een IoT-oplossing is dat deze gebruik maakt van Internettechnologie en -protocollen. Zonder deze randvoorwaarde bestaat het idee al veel langer, het wordt machine-2-machine (M2M) communicatie genoemd. Denk bijvoorbeeld aan een alarm dat een inbraak detecteert en dit doorgeeft via een telefoonverbinding aan een alarmcentrale. Er komen geen mensen noch internet aan te pas. Veel M2M-oplossingen worden omgevormd naar IoT-toepassingen. Maar de industrie bedenkt ook nieuwe toepassingen voor IoT. Gemeentes die straatverlichting smart maken, parkeerbedrijven die automatisch lege parkeerplaatsen in een App tonen, zorgverzekeraars die met IoT-pillendozen komen die signaleren als je zonder pil het huis verlaat, koeien met sensoren om de vruchtbaarheid te checken, contactlenzen met sensoren die de oogdruk meten, golfballen die meten hoe hard en in welke richting er geslagen is, afvalbakken die zelf aangeven als ze vol zijn en geleegd moeten worden, enzovoort. Je kunt het zo gek niet bedenken, of iemand ergens in de wereld is het aan het ontwikkelen.
Veel componenten
Het Internet of Things is een samenspel van sensoren en actuatoren (voor in- en uitvoer), microcontrollers, gateways, routers, modems, cloud-apps als back-office, cloud-apps (een portal) voor de gebruiker, smartphone apps en niet te vergeten een communicatieverbinding.
Naast typische cloud-uitdagingen zoals hoe het zit met de security en privacy van al die gecommuniceerde en verzamelde informatie, zijn er extra problemen. Zo is het aantal devices enorm, en die moeten allemaal in staat zijn te communiceren, hebben een stroombron nodig (eventueel door zelf stroom op te wekken) en bevatten firmware die je wilt onderhouden. Datzelfde geldt voor eventuele gateways, routers en dergelijke die onderdeel zijn van de oplossing. End-points moeten zo weinig mogelijk energie verbruiken, want je wilt niet elk jaar je 3.000 koeien van een nieuwe accu voorzien. Het netwerkverkeer van je end-point moet zeer beperkt zijn (tot bijvoorbeeld elk uur een sensorwaarde) en moet bovendien over een grote afstand van meerdere kilometers kunnen communiceren. Je wilt immers niet op elke 500 vierkante meter een gateway plaatsen en onderhouden. Een standaard die hiervoor bedacht is, heet LoRa (Long Range Radio) en KPN claimde vorige maand een landelijk dekkend netwerk te hebben gerealiseerd.
De auto als IoT-device
Er is een plek waar IoT veel kansen heeft: de auto. De auto heeft namelijk stroom en bevat bovendien al veel sensoren, een kenmerkende eigenschap van IoT die in huis veel minder aanwezig is. Een middenklasser met alle opties heeft wel 100 verschillende sensoren en actuatoren. Autofabrikanten zijn zoekende hoe ze IoT kunnen inzetten in de auto’s.
Volkswagen
Neem Volkswagen als voorbeeld. In het Executive pakket krijg je Car-Net bij de auto geleverd met een driejarig abonnement. Je kunt dan via WiFi verbinding maken met internet, gebruik makend van de Personal Hotspot op je smartphone of je schaft een Volkswagen-USB-dongle aan die verbinding maakt via 3G/4G. Helaas zijn de mogelijkheden zeer beperkt. Je kunt op het audio/navigatie-systeem een aantal apps bedienen via Android Auto, Apple Carplay of de VW-eigen oplossing MirrorLink.
Maar waarom zou je dat willen? Ook is het mogelijk informatie op het scherm te tonen over weer, parkeerplaatsen of nieuws (RSS-feed). Het duurdere Executive Plus pakket geeft je onder meer Streetview op je navigatiescherm. Eigenlijk allemaal niet zo zinvol: het maakt van je navigatiescherm simpelweg een ingebouwde tablet. Maar in een auto moet je rijden en niet op de tablet spelen! Het eerste waar IoT om de hoek komt, is het Vehicle Health Report. Periodiek wordt de status van de auto uitgelezen en verstuurd naar de Car-Net website. Je logt met je account in en hebt dan inzage in het rapport. Leuk, maar de informatie zie je ook al in de boordcomputer van je auto. De vraag is of klanten na verlopen van het inbegrepen abonnement dit tegen betaling willen verlengen.
Mijn Volkswagen
Het echte werk komt eraan: alleen beschikbaar in de Connected Series van Volkswagen is de Mijn Volkswagen App. Deze werkt samen met een module die binnenkort ook in alle Volkswagens na 2010 in te bouwen is. Via de App check je of je de deuren op slot hebt gedaan of dat de handrem erop staat. Je kijkt of de accu en bandenspanning goed zijn en of je nog benzine hebt. Als de auto beweegt (afgesleept wordt), de deuren geopend worden of het alarm afgaat, krijg je een melding in de App. Verder worden ritten geregistreerd en kun je allerlei analyses maken om te kijken wat je rijgedrag is en hoe het zuiniger kan. Je auto wordt zo een IoT-device en communiceert met backoffice apps in de cloud! Voor je auto die USB-poorten bezit, SD-adapters, navigatie, alarm, sensoren, een boordcomputer, WiFi, Bluetooth, met de cloud communiceert en met de App te bekijken is.
Tot slot
De toekomst voor IoT is rooskleurig: we zullen de komende jaren verrast worden met oplossingen waar we nu nog niet eens van dromen. Smart homes, smart cars, smart cities, smart healthcare, alles wordt smart met IoT. De toekomst voor de IT’er is hierdoor eveneens rooskleuring, al zijn er wel andere en bredere competenties nodig: elektronica, mechanica, robotica, domotica en DevOps (software ontwikkeling en beheer) komen stilaan nader.