De opkomst v.d. blade-pc (december 2004)

HP en andere fabrikanten zien een rooskleurige toekomst weggelegd voor de thin client, echter niet alleen meer als werkplek binnen een server-based computing omgeving maar ook daarbuiten. HP heeft de Consolidated Client Infrastructure (CCI) ontwikkeld om het werkplekbeheerprobleem aan te pakken.

De Consolidated Client Infrastructure
De CCI-omgeving kunt u zich het beste voorstellen als thin clients op werkplekken, die gebruik maken van een server-based computing omgeving, waarbij op iedere 'server' slechts één gelijktijdige eindgebruiker werkt. In plaats van servers worden blade-pc's gebruikt, dit zijn complete pc's, samengeperst op een enkele printplaat. In een 19" rack passen gemakkelijk meer dan 100 blade-pc's, en toevoegen van nieuwe en vervangen van defecte blade-pc's is eenvoudig. Deze pc's zijn voorzien van Windows XP Professional en Remote Desktop is ingeschakeld (zie praktijkhandboek deel 3/4). Het gevolg hiervan is dat de eindgebruiker achter de thin client, gebruik makend van het RDP-protocol van Microsoft, over het netwerk de Windows XP -werkplek bedient en erop werkt. Dit kan uiteraard één op één, waarbij voor iedere thin client op de werkplek een vaste Windows XP-werkplek wordt vastgelegd. Door een load balancing-oplossing toe te voegen (zoals Network Load Balancing en de sessie-directory) worden de werkplekken dynamisch toegekend aan thin clients die erom vragen. Hierdoor onstaat een vorm van gelijktijdig gebruik: u hebt bijvoorbeeld voor 25 thin clients slechts 10 blade-pc's nodig als er nooit meer dan 10 eindgebruikers gelijktijdig op werken. Het beheer van de blade-pc's wordt binnen HP's Consolidated Client Infrastructure geïmplementeerd met Altiris. Altiris zorgt ervoor dat nieuwe blades snel een standaard image ontvangen waardoor opschalen met meer blades zeer snel en eenvoudig mogelijk is, evenals het vervangen van defecte blades. Altiris is tevens in staat de thin clients te beheren en van instellingen of nieuwe firmware te voorzien, waardoor met één beheertoepassing de 'servers' en de werkplekken beheerd worden.

Het idee is eigenlijk zeer simpel. De thin client-werkplek maakt verbinding met de blade-pc-omgeving in de computerruimte, de load balancing software kiest een ongebruikte pc uit, laadt daarop de persoonlijke omgeving van de eindgebruiker waarna deze persoonlijke pc getoond wordt op de thin client maar draait op de pc in de computerruimte. Na uitloggen wordt de persoonlijke omgeving (het Windows-profiel) weer teruggeplaatst op een file server en wordt de blade-pc weer opgenomen in de pool van vrije werkplekken. Deze oplossing combineert alle voordelen van de thin client met de voordelen van een persoonlijke pc met individuele toepassingen. Sommige nadelen van server-based computing zijn hiermee geëlimineerd, zoals het probleem dat een enkele eindgebruiker of toepassing een server plat kan leggen of het probleem dat niet alle toepassingen optimaal functioneren. Daarvoor in de plaats krijgt u wel te maken met enig werkplekbeheer van Windows XP Professional blades. Ook de meeste nadelen van thin clients (zie het themaboek 'Van server-based computing naar access infrastructure') blijven gewoon bestaan. Wat betreft kosten en beheer lijkt CCI erg op server-based computing. De initiële investering is hoger maar daarna zijn grote kostenbesparingen mogelijk en het beheer verschuift van de werkplek naar een centrale infrastructuur. Beide oplossingen zijn bruikbaar om utility computing te implementeren.

Reken u niet rijk
Thin clients met blades kunt u licentietechnisch op bijzonder aardige gedachten brengen. Een organisatie zou duizend identieke Linuxgebaseerde thin clients aan kunnen schaffen als werkplek. Om deze 1000 eindgebruikers te bedienen kan bijvoorbeeld volstaan worden met slechts 200 blade-pc werkplekken en 200 Windows XP professional werkplekken in de computerruimte, die immers ná elkaar worden gedeeld. Terminal Server client access licenties zijn niet nodig, omdat geen clientlicentie vereist is als u op afstand werkt op een Windows XP Professional systeem. Theoretisch zou u ook maar 200 Office 2003 licenties nodig hebben, want die worden geregistreerd en geactiveerd op basis van de pc-hardware. Maar voordat u zich rijk rekent, dit is allemaal theoretisch. Als u de licentievoorwaarden van Microsoft doorspit, dan blijkt dat het niet toegestaan is een Office licentie op een pc door een willekeurig iemand anders te laten gebruiken; alleen de 'Primairy user' mag er gebruik van maken Zelfs Windows XP Professional, ook al wordt het geactiveerd op één specifieke pc-hardwareconfiguratie, is gebonden aan een enkele eindgebruiker. Dus in een blade-pc infrastructuur met 1000 thin clients en 200 blade-pc's, zijn formeel gewoon 1000 Windows XP Professional nodig. Gebruikt iedereen daarnaast Office, dan zijn tevens 1000 stuks Office 2003 licenties nodig.

Microsoft Windows XP Professional Blade Edition
Om voor 200 pc's toch 1000 Windows XP-licenties te moeten kopen doet pijn. Microsoft is daarom snel op deze blade-pc ontwikkelingen ingesprongen en heeft per 1 november 2004 een aanvullende licentie bedacht, de Remote Desktop License (RDL) voor Windows XP Professional. De RDL geeft u het recht om Windows XP Professional op een andere werkplek of apparaat op afstand te gebruiken. Merk op dat om uw eigen pc op afstand over te nemen geen RDL nodig is. Ook als u een pc voorzien van Windows XP Professional overneemt vanaf een andere Windows XP professional werkplek, is geen RDL nodig. De RDL is een licentie voor het delen van een Windows XP Professional systeem met meerdere eindgebruikers. Koopt u blade-pc's, dan zijn deze voorzien van een OEM-versie van Microsoft Windows XP Professional Blade Edition. Dit is Windows XP Professional inclusief een RDL-licentie. U kiezen voor de aanvullende licenties kiezen uit apparaatgebaseerde (Device-based) RDL's of gebruikergebaseerde (User-based) RDL's vergelijkbaar met Terminal Server Client Access licenties. Een RDL is alleen een gebruiksrecht, er zijn geen softwarematige consequenties. Maar u moet niet vreemd opkijken als er een moment komt dat RDL's daadwerkelijk beheerd moeten worden met de Terminal Server licentiemanager of een afzonderlijke licentie manager-toepassing, mochten blade-pc-oplossingen gemeengoed worden.

Is dit een Citrix-killer?
En waar blijft Citrix in het thin client en blade-pc scenario? Als u de CCI van HP implementeert en u plaatst thin clients op werkplekken en blade-pc's in het datacenter wordt de behoefte aan Citrix MetaFrame Presentation Server een heel stuk minder. CCI ontneemt u het werkplekbeheer en maakt software-installaties gecentraliseerd mogelijk, net als de Citrix-oplossing. Integreren van MetaFrame is mogelijk door lokaal op de thin clients tevens een ICA-client toepassing te installeren en enkele gepubliceerde toepassingen op deze wijze aan te bieden. Het schakelen tussen de remote desktop op het Windows XP Professional station en de gepubliceerde MetaFrame-sessies zal voor veel eindgebruikers erg onhandig en onlogisch aandoen. Een tweede optie is om de ICA-client op de blade-pc's te installeren en op die remote werkplek gepubliceerde toepassingen te draaien. Voor de eindgebruiker is dit net zo transparant als op traditionele werkplekken. U maakt dan gebruik van tweetrapstoegang tot server-based computing (zie themaboek 'Van server-based computing naar access infrastructure'): de thin client communiceert met het RDP-protocol met de blade-pc, die vervolgens voor een aantal geselecteerde toepassingen via het ICA-protocol communiceert met de MetaFrame-serverfarm. Mocht CCI als technologie doorzetten, dan lijkt het alleen een concurrent voor server-based computing oplossingen waarbij nagenoeg alleen thin clients worden gebruikt. In gemengde omgevingen waarbij pc's en thin clients naast elkaar worden gebruikt of omgevingen waar toepassingen gepubliceerd worden op normale desktops - en dat zijn de meeste implementaties - blijft MetaFrame praktischer.

Citrix blade ondersteuning
Als blade-pc-technologie op relevante schaal geaccepteerd wordt, zou het voor Citrix toegevoegde waarde kunnen hebben om 'MetaFrame Lite for Windows XP Professional Blade Edition' te ontwikkelen. Hiermee zou u dan op elke werkplek met een ICA-client, inclusief thin clients, naast gepubliceerde server-based toepassingen de werkplekken in de blade-infrastructuur kunnen benaderen en hier individuele toepassingen op gebruiken. Op de thin client werkt u transparant met server- en blade-pc-toepassingen. Maar zou het zover komen? Volgens Mark Templeton, CEO van Citrix, is het op dit moment zeker niet interessant en kost het te veel inspanning om te ontwikkelen, omdat de tussenoplossing met de tweetraps-toegang voldoet zonder iets te aan te passen.

Hetzelfde fictieve product 'MetaFrame Lite' zou echter gebruikt kunnen worden om Citrix GoToMyPC te integreren met een infrastructuur met MetaFrame Presentation Server. GoToMyPC heeft nu een eigen frame-buffered presentatieprotocol om via internet/intranet werkplekken over te nemen; dit werkt bijvoorbeeld ook op Blackberry apparaatjes waar het ICA-protocol niet op functioneert. Het ICA- en GoToMyPC JEDI- protocol kan in principe gecombineerd worden, maar omdat de codebase en ontwikkelingsmethoden van Citrix Online geheel anders zijn, vergt dat een flinke inspanning. Volgens Citrix Online praten de ontwikkelaars met elkaar maar een roadmap is nog niet vastgesteld.