Gepersonaliseerd internet (maart 2016)

Dertig jaar geleden was internet niet veel meer dan berichtjes versturen via e-mail (eigenlijk UUCP, Unix to Unix Copy). De eerste mails in Nederland werden verstuurd van een universiteit naar een researchafdeling. De termen Internet en www bestonden nog niet. De ontwikkelingen leken langzaam maar gestaag te gaan, en vormden een natuurlijk evolutie in de technologie. Vijftien jaar geleden werd internet nog leuker. Open source, freeware, de community, weblogs, meningen, de eerste webshops, de opkomst van iDeal betalingen, internetbankieren. Niet te vergeten de introductie van WiFi en breedband. Enthousiasme, gedrevenheid, uitdaging, innovatie, snelle vernieuwingen. De stroomversnelling op internetgebied neemt nog steeds logaritmisch toe en is niet meer te stoppen. 

De keerzijde is inmiddels ook duidelijk. Privacy is in gevaar door de grote hoeveelheden data die van ons verzameld worden. De initiatieven om hier iets tegen te doen, werken slecht of niet. Wil je anoniem zijn, dan is dit alleen mogelijk door een anonieme omgeving te bouwen op je pc, geen smart-devices te gebruiken, niet op tientallen plekken op internet in te loggen en te stopen met social media. Onmogelijk, je ‘internetervaring’ daalt dan tot een dieptepunt. We moeten er maar aan wennen dat internet vooral een reclamemedium is geworden, om ons spullen en diensten aan te smeren. En om dit mogelijk te maken, wordt alles verzameld onder het motto ‘gepersonaliseerde reclame’. Facebook (ook eigenaar van Instagram en WhatsApp) en Alphabet (=Google, ook eigenaar van YouTube, makers van Android) leven van reclame. Apple verdient het meeste met iPhones, maar net als de andere AppStores, zit ook die van Apple vol met reclame (in de Apps), waar Apple overigens maar een klein deel van de omzet uit haalt.

Maar misschien zijn het niet Facebook, Google, Apple of Microsoft waar we ons zorgen om moeten maken. Misschien zijn het juist die duizenden kleinere softwareontwikkelaars en aanbieders van apps, diensten en webshops waar we waakzaam voor moeten zijn. Er hoeft maar net één rotte appel tussen te zitten.