Keer terug naar de blog

Internet of…. cars (juni 2016)

 

Wie heeft in huis al zijn koelkast en magnetron aangesloten op het Internet? Halen alle klokken en horloges in huis al de tijd op via internet? Worden alle lampen in huis en bediend via internet en gaan de gordijnen ‘s avonds vanzelf dicht?

 

De cloud hype laten we achter ons en over Big Data en social weten we onderhand wel een en ander. Maar de jongste hype is het Internet of Things (IoT). O.k., er wordt al enkele jaren over gepraat en geschreven, maar we zitten nog steeds in de beginfase. Thuis zijn de meesten nog terughoudend. Het is allemaal complex en niet goedkoop. Toepassingen om je huis smart te maken, komen mondjesmaat binnen, vaak via een energie- of internetprovider. Klik-aan-klik-uit heeft een gateway om lampen te bedienen via de cloud en met de Philips Hue lampen en gateway programmeer je alle lampen inclusief kleurschema’s. Het zijn echter allemaal op zichzelf staande oplossingen, met eigen Apps en een eigen cloud. Uiteindelijk is dat niet wat je wilt: lampen, audio en video, huishoudelijke apparaten, alarm, verwarming en meer groepen devices die allemaal apart communiceren via gateways en modems met cloud apps. Dit is goed voor de IT-branche, want elk woonhuis heeft dan een netwerkbeheerder nodig, maar het is zeer onpraktisch. Standaarden zijn noodzakelijk.

 

Industrie

Typerend aan een IoT-oplossing is dat deze gebruik maakt van Internettechnologie en -protocollen. Zonder deze randvoorwaarde bestaat het idee al veel langer, het wordt machine-2-machine (M2M) communicatie genoemd. Denk bijvoorbeeld aan een alarm dat een inbraak detecteert en dit doorgeeft via een telefoonverbinding aan een alarmcentrale. Er komen geen mensen noch internet aan te pas. Veel M2M-oplossingen worden omgevormd naar IoT-toepassingen. Maar de industrie bedenkt ook nieuwe toepassingen voor IoT. Gemeentes die straatverlichting smart maken, parkeerbedrijven die automatisch lege parkeerplaatsen in een App tonen, zorgverzekeraars die met IoT-pillendozen komen die signaleren als je zonder pil het huis verlaat, koeien met sensoren om de vruchtbaarheid te checken, contactlenzen met sensoren die de oogdruk meten, golfballen die meten hoe hard en in welke richting er geslagen is, afvalbakken die zelf aangeven als ze vol zijn en geleegd moeten worden, enzovoort. Je kunt het zo gek niet bedenken, of iemand ergens in de wereld is het aan het ontwikkelen. 

 

Veel componenten

Het Internet of Things is een samenspel van sensoren en actuatoren (voor in- en uitvoer), microcontrollers, gateways, routers, modems, cloud-apps als back-office, cloud-apps (een portal) voor de gebruiker, smartphone apps en niet te vergeten een communicatieverbinding.

Naast typische cloud-uitdagingen zoals hoe het zit met de security en privacy van al die gecommuniceerde en verzamelde informatie, zijn er extra problemen. Zo is het aantal devices enorm, en die moeten allemaal in staat zijn te communiceren, hebben een stroombron nodig (eventueel door zelf stroom op te wekken) en bevatten firmware die je wilt onderhouden. Datzelfde geldt voor eventuele gateways, routers en dergelijke die onderdeel zijn van de oplossing. End-points moeten zo weinig mogelijk energie verbruiken, want je wilt niet elk jaar je 3.000 koeien van een nieuwe accu voorzien. Het netwerkverkeer van je end-point moet zeer beperkt zijn (tot bijvoorbeeld elk uur een sensorwaarde) en moet bovendien over een grote afstand van meerdere kilometers kunnen communiceren. Je wilt immers niet op elke 500 vierkante meter een gateway plaatsen en onderhouden. Een standaard die hiervoor bedacht is, heet LoRa (Long Range Radio) en KPN claimde vorige maand een landelijk dekkend netwerk te hebben gerealiseerd.

De auto als IoT-device

Er is een plek waar IoT veel kansen heeft: de auto. De auto heeft namelijk stroom en bevat bovendien al veel sensoren, een kenmerkende eigenschap van IoT die in huis veel minder aanwezig is. Een middenklasser met alle opties heeft wel 100 verschillende sensoren en actuatoren. Autofabrikanten zijn zoekende hoe ze IoT kunnen inzetten in de auto’s.

 

 

Volkswagen

Neem Volkswagen als voorbeeld. In het Executive pakket krijg je Car-Net bij de auto geleverd met een driejarig abonnement. Je kunt dan via WiFi verbinding maken met internet, gebruik makend van de Personal Hotspot op je smartphone of je schaft een Volkswagen-USB-dongle aan die verbinding maakt via 3G/4G. Helaas zijn de mogelijkheden zeer beperkt.  Je kunt op het audio/navigatie-systeem een aantal apps bedienen via Android Auto, Apple Carplay of de VW-eigen oplossing MirrorLink.

 

Maar waarom zou je dat willen? Ook is het mogelijk informatie op het scherm te tonen over weer, parkeerplaatsen of nieuws (RSS-feed). Het duurdere Executive Plus pakket geeft je onder meer Streetview op je navigatiescherm. Eigenlijk allemaal niet zo zinvol: het maakt van je navigatiescherm simpelweg een ingebouwde tablet. Maar in een auto moet je rijden en niet op de tablet spelen! Het eerste waar IoT om de hoek komt, is het Vehicle Health Report. Periodiek wordt de status van de auto uitgelezen en verstuurd naar de Car-Net website. Je logt met je account in en hebt dan inzage in het rapport. Leuk, maar de informatie zie je ook al in de boordcomputer van je auto. De vraag is of klanten na verlopen van het inbegrepen abonnement dit tegen betaling willen verlengen. 

Mijn Volkswagen

Het echte werk komt eraan: alleen beschikbaar in de Connected Series van Volkswagen is de Mijn Volkswagen App. Deze werkt samen met een module die binnenkort ook in alle Volkswagens na 2010 in te bouwen is.  Via de App check je of je de deuren op slot hebt gedaan of dat de handrem erop staat. Je kijkt of de accu en bandenspanning goed zijn en of je nog benzine hebt. Als de auto beweegt (afgesleept wordt), de deuren geopend worden of het alarm afgaat, krijg je een melding in de App. Verder worden ritten geregistreerd en kun je allerlei analyses maken om te kijken wat je rijgedrag is en hoe het zuiniger kan. Je auto wordt zo een IoT-device en communiceert met backoffice apps in de cloud! Voor je auto die USB-poorten bezit, SD-adapters, navigatie, alarm, sensoren, een boordcomputer, WiFi, Bluetooth, met de cloud communiceert en met de App te bekijken is.

 

Tot slot

De toekomst voor IoT is rooskleurig: we zullen de komende jaren verrast worden met oplossingen waar we nu nog niet eens van dromen. Smart homes, smart cars, smart cities, smart healthcare, alles wordt smart met IoT. De toekomst voor de IT’er is hierdoor eveneens rooskleuring, al zijn er wel andere en bredere competenties nodig: elektronica, mechanica, robotica, domotica en DevOps (software ontwikkeling en beheer) komen stilaan nader.

Gratis bestaat niet (2014)

Cloud diensten en cloud Apps gebruiken we allemaal, zowel zakelijk als privé. Veel cloud diensten beginnen gratis, zeker in de opstartfase. Deze gebruikers dragen namelijk bij tot de ontwikkeling van de dienst omdat ze als gratis bèta tester optreden. Na vrijgave van de dienst of App blijft deze vaak gratis.

In de voorwaarden die u net als ik natuurlijk leest, staat vaak een clausule als “de gratis dienst voor is en blijft voor bestaande gebruikers altijd gratis”. Dat betekent dat de aanbieder ervoor kan kiezen een Pro of Business editie kan uitbrengen naast de gratis Lite versie. Het kan ook betekenen dat de aanbieder in-App aankopen voor extra functionaliteit of reclame toevoegt aan de gratis versie.

Maar helaas hebt u in de cloud op gratis diensten en Apps garantie nul. De zogenaamde voorwaarden zeggen niet zo veel, u hebt immers geen contract getekend noch betaald. Dit wordt deze maand duidelijk nu de gratis LogMeIn dienst wordt beëindigd. Ondanks de beloftes dat het altijd gratis blijft, houd dit nu na een jaar of tien op te bestaan. Als u nu inlogt, hebt u nog zeven dagen om te betalen en anders vervalt de dienst. LogMeIn is een service om op afstand PC’s te bedienen of gebruikers te ondersteunen. Voor sporadisch gebruik is dit erg handig, maar nu wil LogMeIn plotseling geld zien. Binnen de doelgroep van de gratis versie zullen er niet veel zijn die voor de dienst willen betalen. Deze actie levert LogMeIn dus geen geld op, alleen slechte publiciteit. Het zal ook de LogMeIn-fanclub - die de tool veel naamsbekendheid heeft opgeleverd en door veel beheerders wordt gebruikt - drastisch terug.

Er zijn namelijk heel veel alternatieven die wel (nog) gratis zijn. Bekend is bijvoorbeeld Teamviewer, gratis voor persoonlijk gebruik (als u met het gebruik geel geld verdiend). Maar ook de gratis Google Chrome Remote Desktop functioneert prima. Tot ziens LogMeIn! Moeten we ons nu druk maken om gratis diensten die betaaldiensten worden? Nee, uiteindelijk is geen enkel bedrijf een liefdadigheidsinstelling: iedereen wil geld vangen en zal proberen te overleven in de roerige markt. Elke gratis app of cloud dienst wordt uiteindelijk een dienst die u moet betalen of die rijkelijk voorzien wordt van reclame. We hoeven dit LogMeIn niet te verwijten, misschien zijn ze wel het meest vooruitstrevend in de wereld van “gratis” apps en diensten.      

Open source RIP (2014)

Steeds vaker betrap ik mezelf erop dat ik mensen adviseer naar de cloud te gaan. Naar de cloud met de documenten en naar de cloud met productiviteitsapplicaties als tekstverwerking of e-mail.

Grote organisaties blijven het terecht moeilijk vinden en willen controle houden over bedrijfsdata, dus om mailservers te hosten is soms nog wel haalbaar maar om alle files op een externe cloud storage te plaatsen gaat veel te ver. Ik heb het hier niet over machines en data die van de public cloud naar een private of misschien zelfs wel hybride cloud verplaatst worden, maar over de verplaatsing naar de public cloud.

Maar voor kleinere bedrijven met een paar werkplekken en geen eigen servers, zoals een kledingwinkel, een cafetaria, een autogarage en dergelijk, en zeker voor zzp'ers, freelancers en zelfs thuis is de cloud de mooiste ontwikkeling sinds jaren. Cloud storage en snapshots Want laten we wel wezen, wat is er nog handiger dan uw bestanden bij Dropbox, OpenDrive of Google Drive te bewaren? Het gaat allemaal als vanzelf en de data worden naar alle gewenste werkplekken en mobiele devices gesynchroniseerd. Verder maken de meeste cloud storage oplossingen snapshots van uw bestanden, waardoor het mogelijk is tot meerdere weken terug bestanden terug te halen.

Wilt u dit als klein bedrijfje intern opzetten, dan is een NAS-systeem nodig op uw netwerk wat u dient te beheren, u moet zorgen voor accounts en toegang vanaf alle werkplekken en devices. Uitbesteden dus!

Docs in de cloud

En wat dacht u van Google Docs of Apple iCloud apps? Een tekstverwerker, een spreadsheet en presentatiepakket online. Bent u al vele jaren gewend aan de applicaties in de Microsoft suite. Dan is de overstap lastig. Het heeft meer te maken met gewoonte dan met features, er blijkt namelijk dat het merendeel van de gebruikers slechts simpele dingen doet Word, Excel en PowerPoint. Dus door de overstap missen ze geen functionaliteit, ze zoeken zich alleen wezenloos naar waar de standaardfunctionaliteit zich bevindt. Google Docs opent Excel en Word bestanden en is ook in staat dit formaat te bewaren. Voor eenvoudige documenten erg handig.

Van Outlook naar Gmail

Laten we als voorbeeld eens Microsoft Outlook nemen. Kleine bedrijven krijgen dit vaak "gratis" omdat het wordt meegeleverd bij een nieuwe PC, net als Windows. hoewel de pc ook te koop is zonder Office, is de aanschaf vaak aangeraden onder het mom van " u krijgt toch vaak Word documenten van klanten of toeleveranciers". En dus gaat men mailen met Outlook. Bij elke vervanging van pc's wordt zo Office en Outlook in stand gehouden.

Hoeveel simpeler wordt het met Gmail. Maak een account, configureer al uw mailadressen (privé, zakelijk adressen die worden geboden door de providers die uw sites hosten en meer) in Gmail en u ontvangt alle mail in Gmail en verstuurt al uw mail via Gmail. Bij het versturen kiest u de gewenst identiteit, het is dus helemaal niet zo dat de ontvangers uw Gmail mailadres ziet, zoals sommigen denken. importeer uw contacten uit Outlook als u dat wilt. Uw agenda kan ook naar Google, of naar Apple iCloud als u een iPhone hebt. Als u eenmaal mailt met Gmail bent u geheel onafhankelijk van de pc, u mailt vanaf elke werkplek, waar ook ter wereld, hebt toegang tot alle mailadressen, uw complete mailarchief op alle devices, van Android telefoon tot Apple's iPad.

Gmail is in de browser misschien niet de meest sexy mailomgeving, en soms wat lastig te bedienen maar de flexibiliteit is fantastisch.

Oriënterende fase

We zitten in een oriënterende fase, wat gaan we allemaal in de cloud doen en wat niet, en bij welke cloud aanbieder gaan we het dan onderbrengen? Het aantal aanbieders van Cloud storage en cloud apps groeit zeer snel, dus maken we niet de verkeerde keuze, moeten we niet even wachten? En durven we het aan dit met gratis oplossingen te doen of kiezen we een betaald abonnement? Hoe gemakkelijk is overstappen naar een andere aanbieder van een soortgelijke dienst, hoe vast zitten we aan een specifieke aanbieden? Kunnen bestaande documenten en data geïmporteerd worden, wat verliezen we bij de conversie en migratie? Wat levert de stap naar de cloud concreet op in geld en manuren? Dankzij BYOD en überhaupt de opkomst van tablets en zakelijk smartphones is de stap richting cloud bijna automatisch, omdat het apparaten zijn die voor 90 procent bouwen op cloud apps en data. Cloud-oplossingen voorzien in een enorme behoefte.

Privacy en security

We maken on zorgen over de privacy en meer nog de security als we naar de cloud gaan.  Maar eerlijk, wat weten banken, ziekenhuizen, verzekeringsmaatschappijen, apotheken, uw huisarts en tandarts en de belastingdienst allemaal van u? Welke informatie leggen supermarkten en bijvoorbeeld tankstations met spaarkaarten of klantenkaarten/-pasjes over u vast? En hoeveel informatie hebt u op de vele webwinkels al ingevuld? Hoeveel weet uw kabel/ADSL-provider en uw mobiele telefonie provider van u? Allemaal die bedrijven weten zeer veel en u vertrouwd ze toch de informatie toe. Met cloud apps en storage is dat niet anders. We gaan ervan uit dat elke bron onze data alleen gebruiken voor de eigen diensten.  Veel jongeren maken zich überhaupt geen zorgen over privacy en security.

Het einde van open source software?

Wat we helemaal lijken te vergeten is open source. Want we zouden Microsoft Office gemakkelijk kunnen vervangen door LibreOffice of OpenOffice, Outlook door Thunderbird en op sommige werkplekken zelfs Windows door Linux. Voor veel dure applicaties zijn open source alternatieven. Maar open source zit in een verdomhoekje, te gunste van de cloud. Dat komt omdat sec open source geen voordelen biedt voor de gebruikers ervan (anders dan dat het gratis is). Ook open source software moet gedistribueerd, geïnstalleerd en onderhouden worden.  Nee, we kiezen voor de snelle wereld van cloud, reclame, abonnementen, apps en app stores. Is open source software gedoemd te verdwijnen naar de wereld van techneuten, geeks en nerds of is er nog ruimte voor open source op onze werkplekken en devices naast de cloud?

Ontvrienden (2013)

Hoeveel vrienden kun je hebben. Tien? Honderd? Vijfhonderd? Want je krijgt steeds meer social friends en veel ervan zijn of blijken helemaal geen vrienden. En die zogenaamde vrienden kom je vaker tegen: op Facebook, Google+, LinkedIn, Twitter of Instagram.

Sommige van die vrienden gebruiken het social medium om te laten zien hoe ze in geld baden. Elke trip, elk etentje, elke keer shoppen en elke aankoop wordt in de breedte gedeeld. Zelfs als je niet jaloers bent aangelegd, wil je dit misschien helemaal niet weten. Sommige vrienden hebben plotseling een heel ander imago dan in werkelijkheid en beginnen op personages in televisieseries te lijken (ik ben een All Bundy en al enkele Desperate Housewives tegengekomen tussen mijn ‘vrienden’). Andere vrienden maken te pas en onpas gebruik van het medium om reclame te maken voor hun producten of bedrijf. Ook dit werkt flinke irritatie op, want na drie keer weet je het wel en is het verre van interessant.

En dan heb je er ook nog die elke app toestemming hebben gegeven – zonder het te weten – om statusberichten te plaatsen. Nee hè, alweer een Candy Crush Level, alweer een TripAdvisor bericht… En misschien herken je ook wel van die vrienden die geen enkele hoax herkennen en alles maar liken en doorplaatsen. En zo wordt je de hele dag overstelpt met feitelijk oninteressant nieuws. Misschien wordt het tijd voor social media privé en zakelijk te scheiden in plaats van te laten samengaan. Verlaat overbodige social media en kies je vrienden wat strikter. Tijd om te stoppen met “oversharen”, maak op Facebook van goede vrienden maar gewone vrienden en misschien kun je er zelfs flink wat totaal ontvrienden.

Applicatie-onderhoud blijft moeilijk (2011)

Het beste ervaart u de problematiek van applicatie-onderhoud op de stand-alone Windows PC thuis. U wordt er lastig gevallen met allerlei meldingen van updates. Voor de ene applicatie is het eens per jaar en voor een andere applicatie lijkt het wel drie keer per week. Irritant zijn de updates die u proberen commerciële software, een upgrade of aanvullende functies proberen aan te smeren.

Menig gebruiker/beheerder van een PC heeft wel eens onverwachte software op zijn PC ontdekt. Zo wordt gratis anti-virussoftware spontaan commercieel en expireert, zo ziet u ineens een toolbar in de browser waar u niet bewust om gevraagd hebt of een applicatie die u niet had willen installeren. Java probeert u bijvoorbeeld OpenOffice aan te smeren en AVG wil u het liefst de betaalversie laten gebruiken. En dan niet te vergeten de bijna wekelijke Windows-updates die u voorgeschoteld krijgt en de verplichte updates van de definitiebestanden van de anti-virus software.

Een veelvoud aan update-processen

Voor al deze updates, draaien er kleine agents, processen of services op de werkplek, die de update in gang zetten. Om Java bij te houden - op elke PC wel aanwezig - draait een proces Java Update Scheduler. Hebt u een Dell, dan ontdekt u het proces Dell Support Center Updates. Gebruik u LogmeIn, dan vindt u een service LogMeIn Maintenance Service en de service Windows Update zorgt voor Windows zelf. Andere programma’s worden automatisch geupdate vanuit de  applicatie zelf of lijken soms zelfs uit het niets te starten.

Topper op de lijst van updates lijkt wel Adobe’s Flash te staan en ook Adobe Reader moet er erg vaak aan geloven. U zou kunnen redeneren dat al deze updates goed zijn voor de security, immers worden er veel lekken gedicht bij een update. Maar of deze updates goed zijn voor de stabiliteit van de PC, of erger nog voor uw eigen gemoedsrust, is nog maar de vraag.

Unmanaged Windows PC’s, die staan op thuiswerkplekken, in SoHo-omgevingen maar ook in het MKB en bij grotere organisaties hebben last van dit ongecontroleerde softwaregedoe. Bij grotere bedrijven of bedrijven waar een IT-staf aanwezig is die de boel onder controle houdt met bijvoorbeeld centraal beheer en software distributie, zou het beter moeten zijn. Als er volgens strakke change management procedures wordt gevolgd, wordt elke upgrade eerst uitgetest in een labomgeving en vervolgens wel of niet gecontroleerd uitgerold naar alle werkplekken.

Als gebruiker ervaart u minder ‘nagware’ door applicaties. Of niet? Het ligt aan de beheersoftware, aan het beleid wat de organisatie hanteert voor de snelheid van upgrades en aan de manier waarop de door de IT-afdeling afgeleverde applicaties zijn geconfigureerd. Immers wordt in deze situatie de update-problematiek door de IT-afdeling getuned. Wie ontwikkelt de System Update? Medewerkers willen echter vrijheid, controle en vooral niet lastig gevallen worden door onnodige interventies van software updates.

De oplossing voor dit dilemma heet “self service”. Er hoort op een PC slechts één updateproces aanwezig te zijn, voor het besturingssysteem, alle apps en stuurprogramma’s en eventuele databestanden. Eén GUI, noem het maar het applicaties maar even System Update waarbinnen alle updates berichten tonen en een knopje laten zien voor de update. Als gebruiker opent u de fabrikantonafhankelijke update console, klikt aan welke applicaties u wenst te upgraden en dat is alles. Nu heeft elke fabrikant zijn eigen update, waarmee de applicaties van alleen die fabrikant bij te werken zijn en de update functioneert ook niet als self service-oplossing. Verschillende oplossingen voor softwaredistributie hebben een dergelijk portaal om nieuwe applicaties uit te rollen, maar helaas is het veel te complex om echt betrouwbaar te gebruiken. Die complexiteit komt ook voort uit de manier waarop Windows applicaties integreren in het besturingssysteem.

Portable Apps

De ultieme self service-oplossing moet gebruik maken van ‘portable’ applicaties, dus applicaties die met een druk op de knop functioneren zonder ingewikkelde installatie. Portable applicaties moeten door de ontwikkelaar ‘portable’ gemaakt worden, maar een meer voor de hand liggende methode is dat deze applicaties met een streaming-product portable gemaakt worden. Als gebruiker heb je dus een self service-portaal (en één Agent proces op de werkplek) en een brede selectie aan portable applicaties die met een druk op de knop geïnstalleerd, geupgrade of verwijderd kunnen worden. In deze  omgeving kunnen ook cloud/web-applicaties geïntegreerd worden of gehoste applicaties met XenApp of Remote Desktop Services worden aangeboden. Want als bedrijf wilt u vooral ook de gehoste (cloud) applicaties kennen,  registreren, onderhouden zonder de gebruikers ervan enige vrijheid te ontnemen. En u wilt dan ook meteen dat dit portaal is geïntegreerd met het interne aanvraag- en bestelsysteem en de assetregistratie van licenties. Maar wacht eens even, is dit niet precies wat de Apple AppStore voor de iPhone en iPad doet: portable Apps voor alle applicaties van alle fabrikanten, met één GUI om ze te beheren, geïntegreerd in een bestelsysteem? Een nieuwe wedloop Citrix, Microsoft, Symantec, McAfee, Google en anderen zullen deze stap naar meer eenvoud, self service en flexibiliteit moeten maken. De komende vijf jaren zullen we overstelpt worden met AppStores en self service-portals. En wie deze markt gaat inpikken is nog helemaal open, het kan Microsoft zijn met de Windows 8 AppStore, maar het kan ook zomaar eens een andere en misschien nu nog onbekende softwareontwikkelaar zijn die de race om de flexibele Apps gaat winnen.