Open source-fanboys (april 2015)

Wat is dat toch met die open source- en Linux-aanhangers in Nederland? Er wordt weliswaar gesproken over de open source gemeenschap, maar feitelijk is van een community geen enkele sprake. De open source-wereld is extreem gefragmenteerd, allerlei splintergroepjes, clubjes en verenigingen vechten voor hun tool, hun distro of de adoptie van open source in het algemeen. We zien een onderlinge strijd tussen voor- en tegenstanders van de ene distro versus de andere distro, van het ene office-pakket versus het andere office-pakket, enzovoort. De reden om voor open source te kiezen is vaak eveneens dubieus: de security is goed geregeld, en je kunt in de code de exact werking bestuderen, zo wordt beweerd. Echter zijn de organisaties en personen die dit daadwerkelijk doen op één hand te tellen. En open source is gratis, maar is dat wel echt zo?

Het enige wat veel open source-aanhangers delen met veel anderen is de afkeer voor closed source, helaas soms ook weer tot in het extreme. Skype is bijvoorbeeld uit den boze, er wordt alleen gebeld met een open source tool (Skype is immers van Microsoft). Maar wat gaat hier veel tijd verloren; lees maar eens de vele ongezouten reacties van Linus Torvalds op allerlei open source tools en ontwikkelingen. En is het zo erg als grote commerciële bedrijven open source adopteren, onder hun hoede nemen en (slechts een deel) weer ter beschikking stellen voor de community? Apple doet het, Google doet het, Microsoft doet het, prima toch? Vaak blijken commerciële bedrijven zelfs de redder van open source projecten die om de één of andere reden het zelfstandig niet redden.

Laten we eens ophouden te denken in kampen, we kunnen niet zonder commerciële ontwikkelaars, commerciële bedrijven en commerciële producten, we kunnen niet zonder open source ontwikkelingen en niet zonder open source tools. Kies het juiste product op de juiste plek en laat commercie en open source co-existeren. Respecteer ieders keuze voor ofwel commercieel, open source of beide,  en laten we eens ophouden energie te verspillen aan welles/nietes-spelletjes en “xyz is beter”-discussies.

Gratis en gebruikersonvriendelijk gaat hand in hand (maart 2015)

Regelmatig verwonder ik me over de gebruikersvriendelijkheid van software of eigenlijk het ontbreken van gebruikersvriendelijkheid. Ligt het aan de ontwikkelaars die blijkbaar niet in staat zijn iets te maken wat logisch is opgebouwd en intuïtief te bedienen is? Er zijn veel applicaties die eigenlijk niet te bedienen zijn en waar gebruikers na jaren ervaring nog steeds op zoek moeten gaan naar specifieke functies. Zo verwonder ik me al jaren over Apple’s iTunes. Wat een ongelooflijk beest van een product heeft Apple hiermee toch gemaakt. Het staat in schril contrast met de andere hard- en software van Apple waar bediening en GUI veel beter doordacht zijn. Omdat iTunes eigenlijk voor allerlei handelingen om je iPhone en iPad te beheren en van data te voorzien onmisbaar is, ben je ook nog eens verplicht ermee aan de slag te gaan. 

Ook online tools blinken vaak uit in onvriendelijkheid. Wat dacht je van een applicatie als Facebook dat echt geen prijs verdient voor gebruikersvriendelijkheid. Hoe kan een applicatie met meer dan 3 miljard gebruikers feitelijk zo ondoorgrondelijk werken? Facebook verbetert voortdurend de “gebruikservaring” van het product, maar in de realiteit gaat het vaak om verstopte instellingen die Facebook meer mogelijkheden geven om gerichter reclame te maken. De reclame-uitingen dragen bij aan het onvriendelijk worden van de tool, want het onderscheid tussen vriendenberichten en reclame is steeds lastiger in te schatten. Facebook is daarbij niet anders dan Twitter of LinkedIn die dezelfde route aan het bewandelen zijn. De onwetendheid of misschien wel onnozelheid van de Facebook gebruikers merk je direct als er weer eens een hoax/scam voorbij komt die joviaal gedeeld wordt met alle vrienden. 

Scam/hoax

Rond de kerst waaide er opnieuw onder meer een zonnebrillenreclame (Ray Ban) rond op Facebook, net als twee jaar geleden. Merkzonnebrillen worden in foto’s aangeboden voor een tiental euro’s. Je wordt gelokt naar een illegale website in het verre oosten om brillen te betalen, die je waarschijnlijk niet krijgt toegestuurd. Iedereen snapt dat je voor 15 euro geen Ray Ban kunt kopen (neem ik aan). Hoe kan dit dan viral gaan? Hoe dit exact geïnitieerd wordt, is niet te vinden, er zijn geen beschrijvingen van dit specifieke virus. Maar op de een of andere manier krijgen de oplichters toegang tot Facebook accounts. Dat kan zijn via een PC-virus opgedaan door het ondoordacht downloaden van bijvoorbeeld een foute mediaplayer, of een onbetrouwbare browser app of Facebook app. Je account wordt gekaapt en er wordt een foute reclamefoto in je fotoalbum te plaatsen. Het virus tagt vervolgens zo veel mogelijk vrienden. Dit taggen is geen handwerk, want als je ziet in hoe korte tijd er honderden tags in foto’s komen, kan dit alleen maar door een stukje software gebeuren. Het gevolg van taggen is dat de reclamefoto op de tijdlijn van al deze vrienden verschijnt. En zo gaat het voort en krijg je in een week tijd tientallen keren een fake Ray Ban reclame te zien.

 

Facebook zit zo ingewikkeld in elkaar en veel Facebook-gebruikers zijn dusdanig onwetend dat lang niet iedereen in staat is deze illegale foto’s te verwijderen. Nog minder gebruikers vinden de instelling om te voorkomen dat iemand zonder hun toestemming een foto tagt met hun naam in. Helemaal triest is dat er gebruikers zijn die niet eens door hebben dat dit scam is en die deze foto’s liken.

Reclame

Helaas draait hier alles om harde euro’s. Reclame-inkomsten gaan vóór gebruikersvriendelijkheid. Aan gebruikers wordt heel bewust een complexe GUI voorgeschoteld. iTunes wil je vooral films, muziek en apps verkopen, Facebook wil vooral dat je klikt op reclames en bedrijven en zo kunnen we doorgaan met elke populaire “gratis” tool, dienst en product. Gratis bestaat immers niet. Reclame wordt de komende jaren alleen nog maar agressiever en irritanter. Je ziet het al bij marktplaats, dat is overgenomen door reclame, want een zoekactie geeft je eerst tientallen pagina’s commerciële winkels vóór dat je de tweedehands producten ziet van de gebruikers. Nieuwssites hebben vervelende popups die moeizaam weg te klikken zijn, onschuldige YouTube-videootjes worden voorafgegaan door een reclamefilm en in de film zelf komen popups met reclame. Heb je pas iets bekeken bij een grote webwinkel, dan krijg je directe reclame voor dat product op tientallen websites. Deze reclame is cookies ontgroeit, want je ziet hem zelf op alle pc’s en devices op een locatie die een IP-adres deelt.

Cirkel is rond

Gebruikersonvriendelijkheid zorgt voor gebruikers die hun tools niet goed leren kennen en niet goed gebruiken. Reclame maakt apps, cloud tools en websites gebruikersonvriendelijker om mee te werken.  Onwetendheid zorgt ervoor dat scams, hoaxen en virussen gemakkelijk prooien kunnen maken voor onrechtmatige reclame. Deze onrechtmatige reclame maakt de apps, cloud tools en websites weer extra onplezierig om mee te werken. En zo bevinden we ons in een oneindige cirkel van reclame en gebruikersonvriendelijkheid. En het is onze eigen schuld, we willen immers alles gratis hebben. Want laten we wel wezen, wil jij 4,95 per maand betalen voor Facebook, 8,99 per maand voor LinkedIn, 14,95 per maand voor Google Docs en GMail, 9,99 per maand voor Dropbox-opslagruimte, 2,99 per maand voor Whatsapp enzovoort om af te zijn van alle reclame en verbetering van het gebruikersgemak?

 

Het einde voor de MBO-systeembeheerder? (februari 2015)

Onlangs was ik bij een middelgrote organisatie op bezoek. De IT-afdeling zou grotendeels opgedoekt worden, voor de ongeveer 10 medewerkers zou een passende functie gezocht worden. De oorzaak: outsourcing! Niet naar lagelonen landen, maar gewoon in Nederland bij een cloud-aanbieder die tevens de ondersteuning gaat leveren. De organisatie werkt grotendeels met thin clients en een centrale Citrix XenApp-omgeving, en bovendien worden diverse bedrijfsapplicaties al extern gehost en als dienst afgenomen. De organisatie is van mening dat het beheer van de thin clients (wat minimaal is) en de centrale XenApp-farm geen core business is. Bovendien maakt het gehoste karakter van de XenApp-oplossing outsourcing relatief eenvoudig mogelijk. 

Maar als je dan gaat doorvragen, blijkt er meer aan de hand. De traditionele beheerders hebben grotendeels een MBO-achtergrond. De IT-infrastructuur bestaande uit de extern gehoste applicaties, de XenApp-farm, het SAN, de Exchange- en SharePoint-omgeving, de telefooncentrale, de firewall, routers enzovoort blijkt veel te complex om zelf nog langer te beheren en jonge HBO-aanwas om het team te verstreken, lijkt niet te vinden. De organisatie koopt dus niet alleen outsouring in maar vooral IT-kennis, met de hoop dat de omgeving hierdoor beter beheerd wordt en minder problemen heeft. IT-omgevingen worden alsmaar complexer, ondanks voortdurende consolidatie en standaardisatie. De HBO’ers hoeven niet te vertrekken, voor hen is een nieuwe rol weggelegd: ze worden intermediate tussen de externe partijen en het management van de organisatie en blijven verantwoordelijk voor alle vernieuwingen (IT-projecten) en de architectuur. 

Is een IT’er met een MBO binnen organisaties nog wel aantrekkelijk? Ja, met veel ervaring feitelijk wel - ook al denkt dit bedrijf daar anders over - maar afgestudeerde MBO’s hebben het lastig. Ze moeten immers eerst werken om praktijkervaring op te bouwen. Bovendien is IT binnen het MBO-onderwijs - uitzonderingen daargelaten - onder de maat en wordt er geen les gegeven in moderne technologie. Dat komt niet alleen omdat de docenten al wat langer meedraaien en zelf praktijkkennis ontberen, maar vooral ook omdat het bij veel scholen aan budget ontbreekt om een high-tech IT-infrastructuur te bouwen, onderhouden en vernieuwen, net zoals dat bij organisaties gebeurt. Misschien is de conclusie wel dat het onmogelijk is op school bruikbare IT-praktijkervaring op te bouwen en is het slim ons te gaan richten op een zeer brede maar conceptuele kennis van IT in plaats van op productgerichte kennis?

Accountfraude (2014)

Als je kinderen hebt, krijgen die op een bepaald moment een leeftijd dat ze via media en social media gaan communiceren en dat ze met apps aan de slag willen. Dit communiceren en apps gebruiken start tegenwoordig al heel erg jong. Zo wordt er ge-Hangout met vriendjes elders in het land. Er worden berichten verstuurd met WhatsApp naar groepjes van de klas, hockey, feestjes en meer. Ik zie ook jonge jongens en meisjes die actief zijn op Facebook. In spelletjes op de iPad worden virtuele goederen gekocht met een iTunes-kaartje, gekregen met de verjaardag.

Al die kinderen mogen helemaal niet online zijn!

Zo is de minimale leeftijd voor een Google-account in Nederland 16 jaar. Geen Google+, YouTube en Hangout dus als je jonger bent. Voor YouTube geldt soms nog een hogere leeftijd. De minimale leeftijd voor Facebook is 13 jaar. En we lezen bij WhatsApp “If you are under 16 years of age, you are not permitted to use the WhatsApp Service.” Heeft je kind een iPod (touch) of iPad dan mag het pas een Apple-account (iTunes/AppStore) hebben vanaf 13 jaar en ouder.

Het heeft voor een belangrijk deel natuurlijk te maken met de Children’s Online Privacy Protection Act (COPPA). Amerikaanse bedrijven moeten hieraan voldoen. Deze leeftijdsgrens is geen aanbeveling voor ouders zoals de leeftijd die bij films vermeld wordt, het is verplicht. Het gaat om de bescherming van de privacy van je kind.

Toch wordt er massaal gefraudeerd. Bij het aanmaken van al die accounts die onder de leeftijd liggen, wordt er gefaked met de jaartallen. De kinderen doen zich massaal ouder voor dan ze zijn. Vaak weten de ouders hier vanaf, sterker nog, ze helpen mee de accounts te maken of maken ze zelf voor hun kinderen. Even een iets eerder jaartal invullen en je kind is online, frauderen is dus heel eenvoudig en wordt in de hand gewerkt. En zo komt het dat er tientallen miljoenen accounts zijn van minderjarigen met een foutieve leeftijd. Er is soms een tweede veel ingewikkeldere optie. Bij sommige accounts kun je als ouder aangeven dat je als ouder/voogd de verantwoording neemt. Je moet dan credit card- of bankgegevens opgeven en een paar cent overboeken om te bewijzen dat je eigenaar bent van dat account van je kind.

Microsoft ondersteunt dit bijvoorbeeld met een child account en Familiy Safety. Je koppelt dan een ouder-account aan een kind-account. Dit is echter dusdanig ingewikkeld en omslachtig dat het veel handiger is te liegen over het geboortejaar.

In iOS8 heeft Apple het gezinsaccount bedacht. Als “Delen met gezin” koppel je één credit card aan meerdere Apple devices. Als familieleden iets willen kopen in de AppStore, kun je als credit card houdende ouder wel of geen toestemming geven voor de aankoop.

Bij Apple werkt het allemaal een heel stuk gemakkelijker, maar het is dan ook slechts bedoeld om toegang tot de store te regelen, terwijl Microsoft met Family Safety meer poogt te doen. Bij Apple zijn je kinderen nog steeds online omdat er op een Apple-device nu eenmaal een stuk of vier plekken zijn waar je hetzelfde of verschillende account kunt ingeven.

Zo biedt elke online-omgeving zijn specifieke leeftijdsbeperking, regeltjes en tools. Gebruiken je kinderen verschillende devices en werken ze met allerlei online omgevingen? Internetten wordt dan wel heel ingewikkeld. En daarom vullen we maar massaal een ander geboortejaar in. Want, uiteindelijk zijn onze kinderen zelf verantwoordelijk voor het gedrag en koopgedrag, ongeacht hoe jong ze ook zijn. En uiteindelijk zijn wij als ouder er verantwoordelijk voor om onze kinderen heel erg goed in te gaten te houden, te begeleiden, te sturen, op te voeden en uit te leggen wat de voordelen en de gevaren van 'online' zijn.

Citrix’ huwelijk met Windows (2014)

Citrix XenApp en XenDesktop bouwen op Windows en het aanbieden van Windows applicaties. Maar de wereld verandert. Moet Citrix ook veranderen? Windows op UNIX Twintig jaren geleden werd er beweerd dat Citrix niet lang zou bestaan. Immers, het product Winframe was bedoeld om Windows applicaties te bedienen op andere platforms, zoals oudere DOS-systemen, OS/2 en UNIX-systemen. Je kon toen alleen een volledig bureaublad op afstand bedienen. Met andere woorden, je werkt op DOS fullscreen met een Windows versie die op een multiuser Windows NT Server-variant draaide. Op een UNIX werkstation zag je ook een volledige bureaublad in een X-Windows venster.

Inmiddels zijn DOS en OS/2 helemaal, en UNIX werkstations bijna helemaal verdwenen zijn uit de IT-infrastructuur. Omdat de meeste werkplekken Windows draaien, hebt je toch geen Winframe meer nodig? Publiceren van applicaties Tien jaren geleden werd er beweerd dat Citrix niet meer lang zou bestaan. Met MetaFrame en later Presentation Server kon je inmiddels ook individuele Windows-applicaties publiceren, in plaats van of naast een volledig Windows-bureaublad.  Dit werd volop gebruikt om ingewikkelde applicaties of trage applicaties centraal aan te bieden op Windows-werkplekken, die verder gewoon lokaal Windows en andere Windows applicaties draaiden.

Er werd voorspeld dat dit snel zou ophouden, met de opkomst van web applicaties en ASP’s (Application Service Providers)en die op het intranet of internet draaiden. Als alle applicaties door een ASP worden aangeboden, heb je toch geen MetaFrame meer nodig? DaaS

En anno 2014? Heeft Citrix nog eens tien jaren bestaansrecht? XenApp wordt nog steeds zeer veel gebruikt om individuele applicaties aan te bieden op allerlei werkplekken (van Windows en Mac tot Linux) voor binnen bedrijven (als SaaS-oplossing zien we dit weinig). XenDeskop wordt gebruikt om echte PC’s (virtueel) op afstand te draaien als extra oplossing naast de gedeelde desktopsessies op een XenApp-omgeving. De technologie zo ver doorontwikkeld dat er bijna geen beperkingen meer zijn. Er zijn al heel veel aanbieders die één van deze twee Windows-desktop-concepten aanbieden vanuit de cloud (DaaS), waardoor de prijs per werkplek laag is en zelfs per maand kan worden bepaald. Handig om overal met je eigen desktop te kunnen werken en handig voor beheer.

Wat als… Maar, het is nog steeds een oplossing gebaseerd op het concept van het aanbieden en beheren van Windows en Windows-applicaties. En daar zit nu het katje. Heeft Windows over tien jaar nog de relevantie die het nu nog steeds heeft? Waarschijnlijk niet. We zien dat terug in de opkomst van tablets en het toenemend gebruik van smartphones om (deels) te werken. Ook zien we hoeveel moeite het Microsoft kost de markt te overtuigen van Windows 8 (en Windows op smartphones en tablets) en om bedrijven te motiveren nu eindelijk eens te stoppen met Windows XP. Webapplicaties, die we tegenwoordig cloud-applicaties moeten noemen, beginnen nu echt door te breken. Je kunt al heel veel doen in de cloud. Dit is iets van de laatste paar jaren. Apps op smartphones en tablets zijn voor het merendeel ook cloud applicaties. Ze maken voor allerlei functies gebruik van servers in de cloud, er zitten ingebouwde browsers in, ze werken samen met peer-applicaties (vooral bij games).

In het jaarrapport van Citrix over 2012 lezen we: “There continues to be an increase to the number of alternatives to Windows operating system powered desktops, in particular mobile devices such as smartphones and tablet computers. Users may increasingly turn to these devices to perform functions that would have been traditionally performed by desktops and laptops, which in turn may  shrink the market for our Desktop Virtualization products.” De cloud het einde voor Windows Nu gaat het in het bedrijfsleven traag. Windows XP wordt net pas afgebouwd, dus de kans is groot dat op dit moment Windows 7 (of misschien Windows 8) uitgerold wordt, eventueel als interne of externe DaaS-oplossing met Windows-applicaties erop. Dan zijn we die infrastructuur over tien jaar echt nog niet kwijt.

Als bedrijven echter parallel aan deze nieuwe Windows op de desktop en laptop, de komende 10 jaren migreren naar web/cloud-applicaties, dan is er bij de volgende vervanging nog veel minder noodzaak voor Windows. De browser is dan de enige applicatie die nog nodig is. In de browser draai je alles wat nodig is, zelfs games lopen er snel binnen. Het besturingssysteem op de devices heeft dan zijn waarde verloren, en dan kan elke device en elk besturingssysteem alle applicaties draaien uit de cloud. Voorspeld wordt dit al lang, maar zal het over tien jaar zover zijn? De apps wereld Citrix heeft producten voor security, toegang, webversnelling, datasynchronisatie, online vergaderen, mobile device manegement en veel meer. XenApp/XenDesktop zijn slechts twee producten uit het totaalpakket van wel 50 producten/diensten. Toch komt op dit moment nog een groot deel van de omzet uit XenApp (en onderhoud en migratielicenties naar XenDesktop) maar als dit elk jaar weer iets meer verschuift richting de ander 48 producten, komt het helemaal goed. XenApp en XenDesktop krijgen het over toen jaar misschien moeilijk, maar Citrix zelf heeft al lang geleden de stap gemaakt weg van slechts Windows-producten. Het huwelijk tussen Citrix en Windows loopt dan uit misschien op een scheiding, maar Citrix kan heel goed zonder deze ‘partner’ verder.